2012/04/18

gedwongen anticonceptie?


Gedwongen anticonceptie?

Door Ron Berghmans, Tom Schneider, Wybo Dondorp & Guido de Wert

Pieter van Vollenhoven, oud-voorzitter van de Raad voor de Veiligheid, pleit voor wetgeving die gedwongen anticonceptie van ernstig verslaafden, psychiatrische patienten en mensen met verstandelijke beperkingen mogelijk moet maken. Daarbij verwijst hij naar het ernstige leed dat daarmee kan worden voorkomen voor de kinderen van deze mensen.
Wij delen de zorg van Van Vollenhoven en zijn niet op voorhand tegenstander van anticonceptie onder dwang. Kinderen moeten beschermd worden tegen voorkombare schade die het gevolg is van middelengebruik, verwaarlozing en mishandeling. Of gedwongen anticonceptie daarvoor het meest passende middel is moet echter worden betwijfeld. Vanuit ethisch perspectief kan een dergelijke vergaande beperking van de vrijheid van mensen om zichzelf voort te planten slechts aan de orde zijn als minder vergaande middelen om het gewenste doel te bereiken ontbreken of niet effectief zijn. Dat moet dus wel eerst zijn onderzocht of geprobeerd. Daarnaast is het zo dat het pleidooi van Van Vollenhoven zich op meerdere problemen richt die om verschillende benaderingen vragen. Het voorkomen van schade aan kinderen als gevolg van het middelengebruik van een verslaafde zwangere is iets anders dan het probleem van ouders met ernstige verstandelijke beperkingen die hun kinderen verwaarlozen of mishandelen, of tekortschietende ouderschapscompetenties van bepaalde psychiatrische patienten.
Zijn er minder ingrijpende middelen om de belangen van kinderen van dergelijke ouders te beschermen? Een eerste mogelijkheid ligt in het verlengde van het groeiende bewustzijn dat hier sprake is van een serieus maatschappelijk probleem (waarvan het pleidooi van Van Vollenhoven een illustratie is). Daarmee kan het taboe dat ligt op het ter discussie stellen van ‘goed ouderschap’ en (tekortschietende) ouderlijke verantwoordelijkheid worden doorbroken. Dit maakt ruimte voor een  ontmoedigingsbeleid waarbij mensen die tot risicogroepen behoren door huisartsen en andere zorgverleners worden aangespoord om zwangerschappen te voorkomen.
Een tweede optie betreft het verleiden van potentiele ouders uit risicogroepen om over te gaan tot maatregelen om zwangerschap te voorkomen. Een voorbeeld hiervan is Project Prevention in de Verenigde Staten. Vanuit dit particuliere initiatief wordt aan verslaafden geld geboden om geboortebeperkende maatregelen te nemen. Op een recent congres over de problematiek van verslaving en zwangerschap bleek hiervoor onder zorgverleners veel belangstelling te bestaan. Het bieden van een dergelijke beloning is – hoewel je het kunt zien als een vorm van omkoping – bij omkeerbare vormen van zwangerschapspreventie aanvaardbaar.  
Een derde mogelijkheid is om drang toe te passen als sprake is van riskante zwangerschappen. In Rotterdam bestaat al enige jaren het Meldpunt Zwangerschap en Verslaving. Dit Meldpunt bundelt een aantal instellingen die betrokken zijn bij de zorg voor verslaafden en zwangeren en beoogt de risico’s die middelengebruik voor het toekomstige kind met zich brengt te reduceren. Daartoe behoort het aanvragen van een voorlopige ondertoezichtstelling voor zwangere verslaafde vrouwen. Deze drang leidt er in een aantal gevallen toe dat vrouwen afzien van middelengebruik of dit beperken. In sommige gevallen leidt de betrokkenheid van dit meldpunt ertoe dat voor vrouwen die hun middelengebruik niet staken een psychiatrische dwangopname wordt aangevraagd.
Ethisch gezien moet worden geconcludeerd dat gedwongen anticonceptie slechts in beeld komt als dergelijke vormen van ontmoediging, aansporing, verleiding, drang en dwangopname tekortschieten. Het pleidooi van Van Vollenhoven biedt een goede gelegenheid om het debat te voeren over dergelijke alternatieven, om reeds bestaande initiatieven te ondersteunen en verder te ontwikkelen en om nieuwe projecten naar het voorbeeld van Project Prevention tot stand te brengen.

Tom Schneider is als gynaecoloog verbonden aan Erasmusmc te Rotterdam, de andere auteurs zijn als gezondheidsethicus verbonden aan de vakgroep Metamedica van Maastricht University

No comments: