2011/07/15

Tegendenken

Regie en tegendenken

Door Ron Berghmans


Wie het medisch circuit binnentreedt, late alle hoop varen, zo lijkt de boodschap van Walter Stolz (de Volkskrant, 27 juni jl.). Zijn aan kanker overleden vrouw werd het slachtoffer van het gebrek aan regie tussen de artsen. Stolz schreef er een boek over.
Toen ik een aantal jaren geleden het medisch circuit binnentrad lag de regie in eerste instantie bij mijn huisarts. Mijn ervaring is dat duidelijke regie niet per definitie tot goede zorg leidt. Pas na ruim een half jaar werd bij mij uiteindelijk de diagnose lymfklierkanker gesteld.
Ik onderschrijf het grote belang van goede regie in de kankerzorg. Als patiënt krijg je te maken met een stoet van specialisten en professionals met zeer uiteenlopende achtergronden. Verwarring, onduidelijkheid, communicatiestoornissen en tegenstrijdige boodschappen liggen dan op de loer. Dan is het zeer gewenst, ja van levensbelang, dat één professional in het bijzonder zich verantwoordelijk voelt voor het totaal van de zorg die de patiënt krijgt. En voor de patiënt en zijn naaste(n) is het een grote geruststelling als die ene persoon toegankelijk en responsief is en je daarbij het gevoel geeft dat je met alle vragen en zorgen bij hem of haar kunt aankloppen.

Naast goede regie is in de gezondheidszorg – en dan heb ik het niet alleen over kankerzorg - tegendenken nodig. Daarmee bedoel ik dat zorgverleners zich er voortdurend van bewust moeten zijn dat iets anders met de patiënt aan de hand is dan zij denken dat aan de hand is. Bij de vrouw van Walter Stolz werden de oorzaken van haar gedragsproblemen gezocht in de psychische sfeer. Daardoor werden cruciale testen door de neuroloog niet uitgevoerd en kreeg ze inadequate zorg, met alle gevolgen van dien. In mijn geval zocht de huisarts de verklaring van mijn hevige rugpijn in werkstress. Aan de diagnose ‘aspecifieke lage rugklachten’ werd maandenlang vastgehouden, ondanks een progressieve toename van de pijnklachten. Als regisseur en poortwachter bewaakte de huisarts als een cerberus de toegang tot de tweede lijn. Zelfs een röntgenfoto was het onderwerp van strijd. Uiteindelijk hebben mijn vrouw en ik na maanden besloten zelf de stap naar specialisten in de tweede lijn te zetten. Er was wel regie, maar die schoot schromelijk tekort. En er was gebrek aan tegendenken omdat niet werd overwogen dat de hypothese dat sprake was van aspecifieke lage rugpijn wel eens fout zou kunnen zijn. Daardoor is bij mij sprake geweest van onnodig lijden en het achterwege blijven van adequate en gepaste zorg en behandeling.
Het is onmiskenbaar een menselijke neiging om bevestiging te zoeken voor je opvattingen en vermoedens. Daardoor is tegendenken vaak moeilijk. Het was de filosoof Karl Popper die in de wetenschapsfilosofie het zogenaamde falsificatieprincipe introduceerde en daarmee een soort revolutie veroorzaakte in het denken over wetenschap en de groei van kennis. Als je denkt dat alle zwanen wit zijn en je nog nooit een zwaan met een andere kleur hebt gezien, dan moet je op zoek gaan naar dergelijke niet-witte zwanen. Dat is de kern van tegendenken. Daarmee is tevens gezegd dat kennis en waarheid altijd voorlopig en nooit zeker zijn. En we komen alleen maar verder door tegen te denken: door op zoek te blijven naar de verwerping van onze vermoedens en opvattingen. Dat is moeilijk, maar zeer noodzakelijk. Dokters en andere zorgverleners doen er goed aan zich dit tegendenken eigen te maken. Een voordeel in de gezondheidszorg is dat vaak samengewerkt wordt in teams en groepspraktijken. Daardoor hoeven artsen dit tegendenken niet in hun individuele hoofd te organiseren; het kan in groepsverband gebeuren. Je kunt je voorstellen dat in ieder team en groepspraktijk iemand de rol van tegendenker vervult. Iemand die voortdurend vragen stelt over diagnosen en behandelingen die de patiënten krijgen. ‘Zou het niet zo kunnen zijn dat…?’ En dan volgt een alternatieve hypothese. Een dergelijke Popper houdt de zorgverlener wakker en voorkomt dat patiënten slachtoffer worden van zelfgenoegzaamheid, vastgeroeste oordelen en vooroordelen en ingeslopen routines. Hoe ogenschijnlijk voor de hand liggend een diagnose of verklaring voor de klachten van de patiënt ook lijkt te zijn, er is altijd de mogelijkheid dat de waarheid elders ligt.


Ron Berghmans is verbonden aan onderzoeksschool CAPHRI van Maastricht University




No comments: