
Ondervoeding in de zorg
Door Ron Berghmans & Guy Widdershoven
(NRC Next 2006)
Ondervoeding is een belangrijk probleem in de zorg. Dat is duidelijk geworden uit onderzoek van de Universiteit Maastricht. Het gaat hier om een probleem met een ethische dimensie, zo blijkt uit de reacties op de onderzoeksresultaten. In NRC-Handelsblad wordt in reactie daarop de vraag gesteld of men mensen moet dwingen om te eten. Onder de kop “Je moet ouderen niet betuttelen”, wordt naar voren gebracht dat ouderen mogelijk niet willen eten en gewichtsverlies voor lief nemen. Gesteld wordt dat het elke dag wegen van patiënten een inbreuk betekent op hun vrijheid. Een directeur zegt dat hij meer remmingen heeft om in te grijpen bij ondervoeding dan bij doorligwonden. In het hoofdartikel is de toon anders. Hier wordt aangegeven dat de situatie in Duitsland gunstiger is dan in Nederland, omdat daar nog hoofdverpleegkundigen zijn die de procedures rond het eten bewaken. Meer toezicht en beter volgen van regels zou een oplossing kunnen zijn.
De discussie rondom drang en dwang in de zorg is al oud. Moeten hulpverleners mensen tegen hun zin aanzetten of zelfs dwingen tot gezond gedrag (pillen slikken, operaties ondergaan, gezond eten, bewegen, stoppen met roken), of moeten ze hun de vrijheid geven te doen en te laten wat ze willen? De discussie draait voortdurend om de vraag of men al dan niet moet ingrijpen tegen de wil van de betrokkene. Door de vraag zo te stellen, wordt het debat ernstig beperkt. Het lijkt alsof er geen andere mogelijkheden zijn dan ofwel de patiënt met rust te laten (en ongezondheid op de koop toe te nemen), ofwel in te grijpen (en de patiënt te overrulen). De manier waarop respect voor autonomie in de gezondheidsethiek en het gezondheidsrecht wordt ingevuld, maakt dat men slechts lijkt te kunnen kiezen tussen vrijlaten of betuttelen en bewaken. Oplossingen die worden aangedragen zijn draconisch: eten opdringen, elke dag wegen, toezicht door autoritaire verpleegkundigen. Dat willen we niet in Nederland, dus lijkt vrijlaten als enig alternatief over te blijven. De onderzoekers hebben aangetoond dat veel patiënten en bewoners van zorginstellingen ondervoed zijn, maar er zijn geen ethisch acceptabele manieren om daar iets aan te doen, zo lijkt het.
Om andere oplossingen te vinden, zullen we de klassieke tegenstelling tussen vrijlaten en overrulen moeten doorbreken. We moeten niet zonder meer accepteren dat mensen niet eten, maar evenmin onze toevlucht nemen tot gedwongen voeding. Een vraag die in de discussie tot dusverre niet gesteld is, is: waarom eten patiënten en bewoners in zorginstellingen zo weinig? Zou dat niet te maken kunnen hebben met het voedsel dat ze krijgen en de manier waarop het wordt aangeboden? Iemand die ziek is of behoeftig heeft waarschijnlijk al weinig trek. Als dan eten wordt aangeboden waar een gezond persoon niet enthousiast van wordt, moeten we niet vreemd opkijken dat het niet wordt opgegeten. Standaard maaltijden op tijden die niet passen bij het gewone eetpatroon zullen de eetlust niet bevorderen. In plaats van de vraag te stellen of we iemand moeten dwingen om te eten, zouden we ook kunnen nagaan wat iemand ervan weerhoudt om te eten: de kwaliteit van de maaltijd, het tijdstip, de manier van aanbieden? Heeft de patiënt zelf misschien bepaalde voorkeuren en vooral ook: wat lust hij minder of niet? En een simpele vraag voor zorgverleners is: zou je dit eten zelf onder deze omstandigheden graag eten?
Toen een van ons een aantal weken in het ziekenhuis verbleef vielen een aantal zaken op. In de eerste plaats was de maaltijdverstrekking voor de werkers een zeer routinematig gebeuren. Omdat de maaltijden weinig aantrekkelijk werden gepresenteerd en doorgaans bovendien weinig smaakvol waren bereid, werd de voorkeur gegeven aan het nuttigen van door bezoek meegebrachte aantrekkelijker voeding. Niet één keer werd door personeel vastgesteld dat een maaltijd onaangetast was gebleven. Het was gewoon geen punt van aandacht. Toen tijdelijk overgegaan moest worden op vloeibare voeding werd evenmin enig toezicht gehouden op het al dan niet nuttigen daarvan. En als je bijzondere wensen had, dan moest je daar zelf expliciet naar vragen. Van een uitnodigende houding was geen sprake. Bovendien werd er dan maar beperkt meegedacht over alternatieve voedingsmiddelen. Ten slotte viel op dat de verpleging zelf de voorkeur gaf aan het nuttigen van Chinese afhaalmaaltijden!
Eten is een van de belangrijkste dingen in het leven. Dat geldt zeker als men door ziekte of ouderdom weinig andere zaken heeft om van te genieten. In de zorg is de betekenis van eten echter onderbelicht. De boodschap van de onderzoekers dat er veel ondervoeding is moet dan ook serieus worden genomen. We moeten iets doen aan de kwaliteit van zorg. Eten is daarbij een belangrijk verbeterpunt. Zolang de ethische discussie zich toespitst op de vraag of we mensen al dan niet moeten dwingen om te eten, worden de problemen in de zorg niet opgelost. Aandacht voor maaltijden is dan een startpunt. En vervolgens moeten creatieve manieren worden gevonden om het eten voor patiënten en bewoners tot iets te maken waar ze trek in hebben.
Dr. R.L.P. Berghmans en prof. dr. G.A.M. Widdershoven zijn respectievelijk als universitair docent en hoogleraar ethiek van de gezondheidszorg verbonden aan de sectie Gezondheidsethiek en Wijsbegeerte van de Universiteit Maastricht.
No comments:
Post a Comment